woensdag 20 november 2013

Schoolreis



Morgenvroeg vertrekken we op schoolreis naar Canterbury. Ik heb mij nog nooit eerder zo zenuwachtig gevoeld. Drie dagen geen les terwijl iedereen achter zijn bureau zit, beter kan je het niet treffen. Het hele programma ligt vast en de laatste voorbereidingen zijn getroffen. Zoals gepland, liggen Zeno en ik op dezelfde slaapkamer. Mijn besluit staat  vast. Ik ga hem vertellen wat ik voor hem voel. Mijn plan gaat als volgt: de laatste avond maken we eerst een avondwandeling met het 3de jaar. Na de wandeling krijgen we de keuze om naar onze kamer te gaan of nog even in de ontspanningsruimte te blijven. Ik ga Zeno proberen te overtuigen mee naar de slaapkamer te gaan. Lukt me dit niet, zal ik hem vertellen dat ik me niet zo goed voel. Hopelijk komt hij dan (al is het maar uit medelijden) mee naar  onze kamer. Daar zal mijn hele onderneming plaatsvinden. We kruipen elk weliswaar in ons eigen bed (jammer genoeg). Nadat het licht is gedoofd, zal ik hem alles opbiechten, van het begin tot het einde. Met een beetje chance vat hij alles positief op en wordt onze vriendschap sterker dan ooit tevoren. Eindelijk zal ik het leven leiden dat ik altijd al heb willen leiden.
Naast de reactie van  Zeno, vrees ik ook voor die van de andere leerlingen. Zullen ze mij raar bekijken of zal ik nog meer buitengesloten worden? Wanneer ik Zeno niet meer heb, heb ik niemand meer. Niemand kent mij zoals hij mij kent, bij hem durf ik mezelf te zijn (of toch redelijk ). Anderen kennen mij als een jongen die altijd tevreden is en maar doet zoals de rest. Lachen zij, dan lach ik. De kleding die zij dragen, draag ik ook ( behalve die ene keer met mijn zwembroek dan). Zolang ik eruit zie en mezelf gedraag zoals de rest, val ik niet echt op en ben ik veilig. Mijn actie, die over enkele dagen zal plaatsvinden, zal mij echter wel in de spotlights zetten. Hopelijk weet ik juist te reageren.
Mijn ouders weten ook nog van niets. Vader zegt weleens: “Mijn zoon komt later thuis met de mooiste vrouw op aarde”. Hij mag nog van geluk spreken dat ik dan toch de mooiste jongen op aarde het gekozen. Gespierd, ideale kapsel en op de koop toe nog tof ook, daar kan hij niets op tegen hebben. Dat maakt ik mezelf dan toch wijs. Over de reactie van mijn oma maak ik me dan weer minder zorgen. Weinig kans dat zij het verschil ziet tussen Zeno en een beeldschone vrouw met prachtig lang haar. Al één zorg minder dan. De kans op achterkleinkinderen zit er bij haar wel niet meer in.
Ik praat mezelf in  dat het 3 fantastische dagen worden en ik me rot ga amuseren. Zeno en ik, wanneer ik thuis kom, kan mijn wereld niet meer stuk. Ik, de schuchtere Tom met de knappe Zeno, wie had dat ooit gedacht.


zaterdag 9 november 2013

In de knoop





Ik, Tom (14 jaar) weet even echt niet meer wat ik moet doen. Sinds enkele weken ben ik goed bevriend geraakt met Zeno. Nooit eerder was hij mij opgevallen, nochtans woont hij slechts twee straten van mij. Dit jaar zijn we samen in de klas beland. Met z’n tweeën gezellig in een hoekje van de klas, altijd dolle pret. Zeno durft van die dingen in de klas te zeggen waar ik soms echt versteld van sta. Zo begon hij een tijdje geleden plots  te antwoorden in het Hollands. Ik was echt fier op hem, hij is zo stoer!! Stiekem begon ik te gniffelen en keek hem zijdelings aan. Had ik even geluk dat hij dat niet doorhad. Later, tijdens de pauze kon niemand over iets anders praten dan over Zeno’s Hollands accent. Dus ik deed natuurlijk ook mee. Ik hoop dat ik niet te enthousiast was, want als het over Zeno gaat, ben ik altijd helemaal in de wolken. Ik moet echt wat beter opletten wat ik zeg. Niemand mag merken dat Zeno meer dan een gewone vriend is voor mij.
 s’ Avonds reden we samen met de fiets naar huis. Zoals gewoonlijk was Zeno weer heel de tijd aan het woord terwijl ik aandachtig luisterde. Zo gaat het elke morgen en avond opnieuw. Bij het horen van zijn stem, kan mijn dag niet meer stuk. Deze keer ging het gesprek over de schoolreis die er binnenkort aankomt. We gaan drie dagen met heel het derde jaar naar Canterbury. Ik kijk er echt al naar uit. We slapen per twee in één kamer. De kamers worden morgen bepaald maar Zeno en ik hebben al afgesproken dat wij een kamer zullen delen. Natuurlijk waren er nog vele andere jongens die het hem gevraagd hadden, aangezien Zeno heel populair is. Dit merk je ook aan de harem meisjes die achter hem aanloopt. Toch ben ik de gelukkige. Ik mag van geluk spreken met zo'n vriend als Zeno. Hij is echt mijn beschermer en helpt mij altijd uit de nood. De laatste keer toen we gingen zwemmen met  de klas, verdedigde hij mij nog tegen mijn pestende klasgenoten. Ik droeg als enige een ‘ballenknijper’. Algauw stond de hele klas te lachen maar Zeno kwam op voor mij en even later zweeg heel de klas. Toch moet ik maar eens naar de winkel voor een nieuwe. Zeno heeft een blauwe zwemshort. Wanneer hij die aanheeft kan ik mijn ogen niet van hem afhouden, zijn spieren nog niet te vergeten. Ik ga mij ook eens zo’n blauwe zwemshort aanschaffen. Misschien komt hij dan eindelijk tot het besef dat wij meer zijn dan gewone vrienden. Maar stel dat dit nog lang duurt, zou ik ooit het lef vinden om het hem te vertellen? Zou onze vriendschap voor eeuwig gebroken zijn? Ik hoop dat ik tegen onze schoolreis  de oplossing gevonden heb. Anders wordt het allemaal nog ingewikkelder.